Nachtegaal

Een zingende nachtegaal. Fotograaf: Vincent Vuik

De zang van de nachtegaal is wereldberoemd. Er is geen vogel over wie meer gedichten zijn geschreven en aan wie zoveel muziekstukken zijn gewijd. Zijn reputatie is zo groot, dat mensen weleens teleurgesteld zijn als ze een nachtegaal in het echt horen. Ten onrechte. Ze kunnen wel duizend verschillende geluiden voortbrengen, veel meer dan welke vogel dan ook. Die geluiden kunnen ze combineren tot een groot aantal verschillende strofen. Gemiddeld heeft een nachtegaalman er 180, maar er zijn uitschieters naar ruim 300. Vrouwtjes kiezen de mannetjes met het grootste repertoire. Die mannetjes hebben de beste territoria, met dus het meeste voedsel voor haar toekomstige gezin.

Zang

De zang is heel gevarieerd: elke strofe is anders. De strofen met fluit-motieven zijn het meest kenmerkend. Ze beginnen met een aantal lange fluittonen: fwie, fwie, fwiiii, FWIII, FWIIIII, steeds langer en luider. Die fluittonen dragen verbazend ver in de stille nacht en dienen om overvliegende vrouwtjes te lokken. Eenmaal gepaard, stopt het mannetje met zingen (waarom zou hij ook, de bruid is binnen) en zingt alleen nog maar overdag.

Nachtegaal, drie zangstrofen, eerste beginnend met fluittonen

Een ander kenmerkend nachtegaalmotief zijn trillers. Die zijn zowel intimiderend naar andere mannetjes, als aantrekkelijk voor vrouwtjes. Heeft een territoriumhoudend mannetje veel trillers in zijn zang, dan waagt een rivaal het niet om het territorium te betreden. Waarschijnlijk is het een signaal dat de conditie van een mannetje verraadt: om een triller lang vol te houden, kost veel spierkracht en dus een teken van vitaliteit. Ook voor het vrouwtje is een teken dat het mannetje een goede conditie heeft.

Nachtegaal, zangstrofen met natte triller

Zangactiviteit

Roep

Soms denk je: hé, er zit een kikker in die struik. Dat is het grondalarm van de nachtegaal: een laag geknor, dat wel wat lijkt op de roep van een bruine kikker, alleen veel luider. Een andere alarmroep is meer fluitend.

Nachtegaal, knorrend alarm

Nachtegaal, alarm

Gedrag

Nachtegalen zitten vaak verborgen in de struiken. Alleen vlak na aankomst in de broedgebieden, begin april, zijn ze minder schuw en kun je ze nog weleens in de vroege ochtend vrij zien zitten op een zijtak of bovenin een struik. Nachtegalen heten zo omdat ze ’s nachts zingen. Dat doen wel meer vogels, zoals de snor of de sprinkhaanzanger en bijvoorbeeld ook roodborsten in maanverlichte nachten, maar de nachtegaal spant de kroon. Vrijgezelle mannetjes kunnen de hele nacht doorgaan, tot ver in juni.

Interessante informatie & weetjes

  • Nachtegaal betekent eigenlijk nachtzanger. ‘Gaal’ is een woord dat verwant is met ‘gillen’, lawaaimaken.
  • In de middeleeuwen schoot men nachtegalen omdat ze te veel lawaai maakten en stedelingen uit hun slaap hielden. Overtreders werden bestraft met een boete van maar liefst honderd gulden, wat nu zou neerkomen op ruim duizend euro.
  • Een goed zingende nachtegaal in een kooitje kostte in het oude Rome net zoveel als een slaaf.
  • In de middeleenwen was de nachtegaal een sekssymbool. Nog in 19e eeuws Engeland betekende ‘listening to the nightingales’, niet naar de nachtegalen luisteren, maar ‘vogelen’, een Vlaams woord voor seksen.

Gelijkende soorten

Een naaste verwant is de noordse nachtegaal. Deze broedt noordelijker en oostelijker en in iets nattere biotopen. Hij zingt ook wat bedaarder dan zijn heetgebakerde familielid en ziet er iets anders uit: hij heeft meer stippen op zijn borst.

Sommigen verwarren de zang van de zanglijster met die van de nachtegaal. Beide zijn virtuoze zangers maar hun zang lijkt totaal niet op elkaar. Bovendien is de zanglijster alweer bijna uitgezongen als de nachtegalen begin april terugkomen uit tropisch Afrika.