Grauwe Klauwier

Introductie

Deze zangvogel die lijkt op een kleine roofvogel is een opvallend mooie verschijning die we gelukkig steeds vaker kunnen zien in Nederland. Ze hebben de gewoonte om prooien op te prikken, zodat ze later weer opgegeten kunnen worden.

Fotograaf: Luc Meert

Kenmerken

Mannetje grauwe klauwier duikt naar een prooi. Fotograaf: Horneman69

Grauwe klauwieren zijn middelgrote zangvogels met een haaksnavel. Echt zingen, zoals bijvoorbeeld een merel dat doet, doen klauwieren niet. De zang lijkt eerder op een wat zacht klinkend gebrabbel met af en toe wat fluittonen. De haaksnavel geeft al aan dat deze vogel ook het gedrag van een roofvogel laat zien en zelfs uitsluitend op prooidieren jaagt. Dat kunnen dan grote insecten, amfibieën, reptielen of jonge vogels zijn. Door de verruiging van kleinschalige cultuurlandschappen neemt de soort langzaamaan weer toe en gaat het dus redelijk met de grauwe klauwier.

Kleed man

Adulte man grauwe klauwier. Fotograaf: Hillebrand Keun

Het mannetje grauwe klauwier heeft een lichtgrijze kop en nek (1) en kleurt wit naar de keel (2). De bolle kop heeft een dikke zwarte oogstreep en teugel (3) en stompe haaksnavel (4). De mantel- en schouderveren (5) zijn roodbruin. De staart (6) is vrij lang en donker gekleurd.

Kleed vrouw

Vrouwtje grauwe klauwier. Fotograaf: Kees van der Klauw

Het vrouwtje grauwe klauwier is niet uitgesproken getekend en heeft alleen een beperkt niet zwart masker. De bruine kleur op de kop loopt door tot in de nek. Verder is het verenkleed grijsachtig en sterk geschubd.

Juveniel kleed

Juveniele grauwe klauwier(r) wordt gevoerd. Fotograaf: Hillebrand Keun

Klauwieren hebben per broedseizoen een legsel van 4 tot 6 eieren waarvan de jongen na ongeveer twee weken uitkomen. De jongen lijken in de eerste paar maanden op een vrouwtje grauwe klauwier waarna ze gedurende het jaar naar het volwassen verenkleed kleuren. In die eerste maanden zijn de juveniele vogels op de rug warmbruin en sterk zwart geschubd. Die kleur behouden ze tot het najaar. In de periode juni-juli zijn de jonge grauwe klauwieren vaak goed waar te nemen als in kleine boompjes en struiken geduldig wachten tot een van de ouders een verse prooi komt brengen.

Kenmerkend gedrag

Grauwe klauwier met prooi. Fotograaf: John Jak

Grauwe klauwieren houden van kleinschalige, ruige landschappen waar verspreid bomen en struiken staan die als uitkijkpost kunnen dienen. Kleine cultuurlandschappen met houtsingels zorgen daarom voor een prima broedbiotoop. In het gebied moeten wel voldoende prooidieren leven want het zijn toch kleine roofvogels. Ze vangen bijvoorbeeld muizen, salamanders, kevers en kleine vogels die ze vaak op doornen van meidoorn, sleedoorn of prikkeldraad prikken en die dan als voedselvoorraad voor later of voor de jonge vogels in het nest dienen. De klauwier jaagt vanuit de top van een boom of struik en duikt dan op zijn prooi.

Gelijkende soorten

Een winterse klapekster. Fotograaf: Hillebrand Keun

De winterse klapekster lost in het najaar de zomerse grauwe klauwier af. Vanaf de herfst komen klapeksters naar ons land om hier te overwinteren en als ze in de vroege lente weer vertrekken naar de noordelijke broedgebieden, arriveren de eerst grauwe klauwieren hier om te broeden. Het zijn twee goed vergelijkbare vogels waar alleen de kleur en tekening het echte verschil uitmaakt. De klapekster is overwegend grijs tot grijswit en zwart terwijl de grauwe klauwier meer beige gekleurd is en op de rug en vleugels oranjebruin is. Ze hebben beide dezelfde bouw en grootte, dezelfde haaksnavel en hetzelfde zwarte boevenmasker. De bij ons overwinterende klapeksters komen vanuit Scandinavië naar ons land en onze grauwe klauwieren schuiven dan vanuit ons land in het najaar door naar het zuiden om in zuidelijk Afrika te overwinteren. Beide vogelsoorten hebben de voorkeur voor een vergelijkbaar leefgebied. Ze houden van een ruig open landschap met verspreid wat bomen en struiken die als uitkijkpost kunnen dienen en waar natuurlijk ook voldoende prooidieren leven.

Wist je dat?

  • De aanwezigheid van de grauwe klauwier wijst op een rijk en divers leefmilieu en hij daarom een bio-indicator wordt genoemd?
  • Als de klauwierenstand achteruitgaat er dus iets goed mis is met het ecosysteem?
  • De bijnaam van de grauwe klauwier vanwege zijn jachtgewoonten, in Engeland “butcher bird” wordt genoemd?
  • Dat zijn wetenschappelijke naam ‘Lanius’ letterlijk vertaald beul betekend?